Moet groen nog wijken voor woningbouw?

Volgens CBS en Primos zal het aantal huishoudens in de gemeente Leeuwarden ergens tussen 2030 en 2035 gaan krimpen. Tot die top bereikt is zal het aantal huishoudens nog met rond 1350 (Primos) en 3200 (CBS) toenemen.

De geplande hoeveelheid te bouwen woningen in die periode ligt rond de 12.000 waarvan rond 8.000 in bestaand bebouwd gebied en rond 4.000 op nu nog onbebouwd groen (vnl de Zuidlanden). Aangezien het Leeuwarder college pronkt met het voorop lopen bij het verduurzamen is de vraag dus terecht waarom er de komende jaren zoveel groen wordt omgezet in bebouwd als dat niet (absoluut) nodig is? En die vraag moet binnenkort al beantwoord worden nu de gemeenteraad wordt voorgesteld te gaan bouwen nabij het weidevogelgebied Polder De Houn nabij Goutum.

Grofweg zijn er twee belangrijke redenen om toch te blijven bouwen. De ene is electoraal en de andere, zoals altijd, geld.

Electoraal omdat er een verschil is tussen de woningen die er zijn en die mensen nu willen. Burgers zijn niet meer tevreden met “een woning”, maar willen een bij hun budget en smaak passende woning. Net als met schoenen is renoveren vaak niet de eerste optie. Daarom wil men dat er juist van de soort die hij/zij nu wil veel gebouwd gaan worden. Door die woning niet nieuw te bouwen in het groen beperk je hun keuze. Dat geeft politieke druk. Mensen komen ook zelf met plannen voor een leuke woning op een leuke (groene) locatie en moet je dan als politiek nee zeggen?

De ander is geld. Ongebouwd levert economisch gezien alleen voor de boer wat op. Gebouwd is lucratiever; Bouw- (en aanverwante) bedrijven hebben een machtige lobby om te zorgen dat zij kunnen blijven bouwen; Bij bouw betrokken ambtenaren willen werk houden;  Gemeenten ontvangen meer inkomsten uit het gemeentefonds en aan OZB. Heel belangrijk is ook dat de gemeente Leeuwarden in het verleden heel veel grond heeft gekocht en het niet bebouwen daarvan betekent dat ze miljoenen moet gaan afschrijven. Een oplossing is, zoals men in Blitsaerd heeft gedaan, een paar woningen bouwen op enorme lappen grond – zo bouw je weinig woningen en kom je toch van je grond af – maar willen we dat? Je kunt ook de vraag stimuleren. Je vangt meer asielzoekers op of je nodigt actiever mensen in de randstad uit om een (tweede) woning hier te nemen. Meer inwoners is ook (vaak) meer geld.

Een lastige afweging. Enerzijds is er de mogelijkheid om natuur en milieu te sparen wat we aangeven allemaal graag te willen; iedereen kan een bestaande, gerenoveerde of nieuwe woning krijgen in het al bebouwde gebied. Anderzijds kost groen niet bebouwen geld. Geld dat in Leeuwarden ook altijd schaars is.

Er wordt vaak moord en brand geschreeuwd, als Brazilië stukken regenwoud kapt omdat dat financieel meer oplevert. Anderen moeten zuiniger omgaan met “ons” groen. Hoe zit dat in Leeuwarden? Gaat Leeuwarden voor behoud van groen of voor het geld?

Als fractie van Gemeentebelangen hebben we al eerder gezegd dat wat ons betreft de rem er op moet. Zoveel mogelijk binnenstedelijk ontwikkelen – en waar er nu nog groen bebouwd wordt moet dat zo dicht mogelijk bij het stedelijk gebied, langs het van Harinxmakanaal. De eerste fase van Middelsee zou daar grotendeels in kunnen passen en een klein deel van Middelsee overig.

Maar we maken nu vast duidelijk dat wij nu anders tegen de verdere ontwikkeling van De Zuidlanden aankijken.  En dat we ons moeten voorbereiden op de financiële gevolgen daarvan. Want we realiseren ons heel goed dat er ook financiële gevolgen zijn.

Als partij die altijd op de centjes let zijn we ons dat heel goed bewust. Maar nu groen bebouwen is voor de toekomst onomkeerbaar. Die aantasting is zeker voor de komende honderd jaar. Onze kinderen en kleinkinderen zullen zich straks afvragen of dat nu nodig was. Willen we ernst maken met natuurbehoud dan moeten we ook bereid zijn daarvoor financiële offers te brengen. Anders blijven het loze woorden. We zullen dus goed moeten kijken naar een nieuwe invulling van de zuidlanden waarbij zoveel mogelijk groen behouden het uitgangspunt is en de financiële mogelijkheden de mate waarin dat mogelijk is hooguit beïnvloeden.